Source: FelixArchief no. 1968#648
Ce texte a été généré automatiquement sur la base des pages numérisées, en utilisant la technologie ROC. En raison des polices de caractères historiques utilisées dans les livrets de programmes, les résultats ne sont pas sans fautes.
Consultez les images de ce livret de programme
Hen Tooneel ait de Prachtfilm
”DE LtEEUWEN VAN VENETIË,.
Uitgave Kinema en I'anneelu ei eld Ko vie < in *1 h m <>/ / a nt ih. \ n t ir e i pe n.
Nr 17
KinemawerelD
SOl a CO"
toi
IrfsS 8 s 5j
VROUWELIJKE AFGUNST
EKEREN dag, toen een onzer vrienden in de tegenwoordigheid der groote star welke Pola Negri nu geworden is, om nieuws vroeg over Gloria Swanson, werd hem van verschillende zijden teeken gedaan te zwijgen, wat hij dan ook deed, en het gesprek rolde over een ander onderwerp.
Toen hij bij het naar huis gaan aan een kameraad om eenigen uitleg verzocht over den bok dien hij gevoelde geschoten te hebben, werd hem eene der
GLORIA SWANSON
meest vermakelijkste geschiedenissen, welke te Hollywood de ronde doen, verteld.
Wij laten ze hier volgen, zooals zij werd verhaald:
De reusachtige reklame die men om de groote ((internationale)) star de wereld inzond, toen zij in Amerika voet aan wal zette, kon niet nalaten een doorn te worden in het oog der andere reeds beroerif de starren, die een oogenblik vreesden hun star door de aan hunne mededingster toegeschrevene verdiensten, te zien verbleeken.
Eene onder hen, de meest beroemdste, de meest eleganste, Gloria Swanson, toonde zich bizonder zenuwachtig.
Het onthaal dat Pola Negri te Hollywood te beurt viel, was veeleer koel: de onweersbui wachtte niet lang om los te barsten.
Het Lasky Studio was het toevluchtsoord van al de verlaten katten van Hollywood. Meer dan vijftig dakhazen leefden er in volle vrede tot op den dag dat de mooie Pola verklaarde een onoverkomelijke afkeer voor die onschadeliji( dieren te hebben, en niet te kunnen arbeiden in een studio alwaar zij er zou ontmoeten.
De wenschen eener artieste, die men aan de inrichting komt te verbinden en om dewelke men zich groote publiciteits-onkosten getroost heeft, zijn bevelen; ook werden dan al de katten buitengejaagd.
Maar hier begint het treurspel. Gloria Swanson aanbidt katten en had al de vroegere logementgasten van het studio onder hare bescherming genomen. Ge kunt allicht hare verwondering begrijpen toen zij hare vrienden niet meer vond, en hare gramschap steeg ten top
• KIN EM A WERELD »
bij het vernemen dat het Pola was, welke dien banvloek had uitgevaardigd.
VanEif dien dag werden de twee diva’s de grootste vijanden der wereld, wat iedereen deed lachen, t behalve Mr Lasky. De twee starren, hebben bovendien vrienden, waarvoor de dames zich niet hoeden.
POLA NEGRI
« Uw spel, zegden zij o.a. aan Pola, is buitengewoon, en zonder twijfel zult gij de grootste en de meest graaggeziene van al onze artiesten worden, indien u, aan uw groot talent, de elegantie, het hupsche, wildet voegen, zooals b.v. eene... Gloria Swanson! »
En aan de verrachtte mededingster fluisterden zij in ’t oor:
Zonder twijfel zijt gij de volmaak-ste, de mooiste van al de artiesten; uwe kleederen, uwe hoeden maken overal ophef; maar oordeel zelf eens, indien ge in uw kleurachtig spel nog meer zielsgevoel kondet geven... zooals Pola Negri. »
B'eide vrouwen dachten ieder lang het geval na, en bezorgd om elkaar te overbluffen, veranderden zij beiden, opvolgentlijk de eene hare toiletten, de andere haar spel.Pola Negri vertoonde zich zelfs in zulke buitengewone toiletten, dat zij naar het belachelijke zweemden. Zij is de plaag der teekenaars en kleermakers van het studio geworden, die, volgens haar, niets opvallend genoeg maken. Terwijl de laatste film van Gloria Swanson, die alhoewel onloochenbare hoedanigheden bezit, toch volkomen bedorven is door het huppelende spel der hoofdvertolkster, die ook eens « gevoel vol » wilde doen.
En het is nog verre van gedaan. Pola Negri is nog maar even met haar Schaduwen van Parijs, film die in een apachen-milieu speelt, klaar, of Gloria Swanson begon aan The Humming Bird (de Colibri), die de krochten en kroegen van Parijs behandelt.
Arme Mr Lasky!... Gelukkiglijk schijnt Gloria Swanson voorgoed besloten te hebben zich te New-York te vestigen, terwijl Pola Negri er niet aan denkt de studios van Hollywood te verlaten.
En gelukkiglijk zijn beide mededingsters nu gescheiden door zpowat 5,000 kilometers. NEMO.
LEEST!! KOOPT I I
DE VERTELSELS VAN
RARE MARUS
DE LUIMIGE REVUE VAN
” DE SNUIVER”
OVERAL TE VERKRIJGEN
50 CENTIEM
< KINEMAWERELD
VRIJE TRIBUUN
ANTWERPEN'S STUDIO.
Nu er in Vrije Tribuun, klaarblijkelijk een pennestrijd ontstaan is nopens de mogelijkheid van een Studio te Antwerpen, er in die rubriek zonder onderscheid het pro en het contra opgenomen wordt, ben ik zoo vrij eveneens mijne bescheiden meening uit te drukken, met de voorkeur mij in de rangen te scharen van hen die deze mogelijkheid verdedigen.
Als men mij zonder omwegen de vraag moest stellen: « Gelooft gij aan de mogelijkheid van het bestaan van een Studio in Antwerpen? » dan zou ik geen oogenblik aarzelen om « Ja » te antwoorden.
Dit antwoord rust echter op geene lichte grondvesten van inbeelding, neen, het is een besluit, na een rijpelijk overwegen op kunst-, moreel-, financieel-, en sociaal gebied. Maar, zal men zeggen, welke betrekking hebben al die hoogdravende woorden met de zaak die ons bezig houdt? Laat mij toe, achtereenvolgens ieder dezer vier punten te behandelen.
In de eerste plaats komt de kunst-zijde van het kinematografische « heelal ». Weinigen zullen er nog zijn die er aan twijfelen of de « stille kunst » (L’art muet) inderdaad eene kunst is. Dit vastgesteld zijnde, zullen wij nader onderzoeken waarom wij, Belgen, en bijzonder wij, kunstminnende Antwerpenaren, het recht, het talent en de middelen niet zouden hebben, om te doen wat Amerikanen, Engelschen, Fran- -sehen, Zweden, kortom bijna alle andere volken kunnen.
Leven er dan in ons midden geene mannen, geene vrouwen, die bekwaam zijn, in gevoelig spel, alle andere filmsterren te evenaarden? En Martial die rollen vervulde in « Fantomas »,
« Les Vampires », « Cœur de Mère », « Tristan et Iseult », zonder zijne andere te noemen.
En Eve Francis uit « La Femme de Nulle Part ».
En Jules Raucourt uit « La Tosca », waar hij Mario vertolkte, met Pauline Fred.erik als medespeelster.
En Van Daele, en nog anderen, die ik mij op dit oogenblik niet herinner, of, wat best mogelijk is, zelfs niet ken.
Dat die aangehaalde namén volstaan, om de sceptiekers to overtuigen, die denken dat een Belg niet even goed filmvertolker kan zijn als een Amerikaan of een Zweed', of gelijk wie. Ik spreek zelfs nog niet van de onnoembare schare tooneelspelers- en speelsters, die met een weinig ondervinding voor het objectief, uitmuntende filmspelers konden worden.
Na van de vertolkers gesproken te hebben, kunnen wij ook wel eens spreken over de « exterieurs » die in de « would be » Belgische filmen konden gedraaid worden. Over eenigen tijd las ik ergens, — ik herinner mij niet juist meer waar, — dat men in ons land verplicht zou zijn, gezien zijne kleine uitgestrektheid, van immer, of ten minste dikwijls dezelfde plaatsen te filmen. Welnu dat is eene grove dwaling. Laat ons aannemen dat men een openluchttooneel draait, op alle plaatsen van ons Vaderland, die eene schoonheid der natuur, eene eigenaardigheid van de streek, of zelfs alleenlijk een dichterlijk panorama weergeven, en ik verzeker u dat men met al die verschillende tooneelen genoeg afwisseling zal vinden
om er een getal filmen met samen te stellen, dat niet minder dan vier cijfers zou bevatten.
Een woord nog over de noodige scenario’s om « echte » Belgische filmen voort te kunnen brengen. Daartoe zal het volstaan een blik te werpen op de geschiedenis der Letterkunde in het algemeen, en der Belgische schrijvers in het bijzonder. Zijn er tusschen ons vaderland-sche letterkundigen, dan geene die bekwaam zijn scenario’s te scheppen, die voor de uit-heemsche niet in den schaduw behoeven te staan? Telt onze Vlaamsche boekenvoorraad dan geene werken, die in do handen van een kundig tooneelschikker in een boeiende band kunnen omgewerkt worden? Ik ben van oordeel dat ieder volk zijne manier van voelen, zijne eigen inborst heeft, en dat een Belg, meer gevoelig zal zijn aan een werk, gesproten uit de inbeelding of de ondervinding van een landgenoot?
Op dit punt ben ik in het geheel niet te ac-/ coord met « Pourquoi Pas », die schrijft dat' onze bevolking liefst Amerikaansche filmen ziet. Ik beweer niet dat hij geheel en al ongelijk heeft De filmen van « Uncle Sam », zijn zeker graag gezien, maar « Pourquoi Pas » zal met mij bekennen, dat diezelfde filmen, — op een paar uitzonderingen na, — niet tot in de harten van ons volk gaan. Hoe vaak hoort men na eene vertooning deze opmerking niet:
« ’t Was heel schoon, maar ’t was Ameri-kaansch I » En dan nog, stellen wij ons tien jaren achteruit, en wij vinden haast geen spoor meer van Amerikaansche filmen: Mary Pickford en Budy Valentino, hadden toen nog geene jongens- of meisjeshoofden op hol gebracht. Toen waren het de « Nordisk »-filmen, die de algemeene belangstelling hadden.
Zoodus is, — zooals alles ten andere — de voorkeur voor de Amerikaansche banden slechts een voorbijgaand iets.
Hoe kunnen wij nu onze toekomstige «eigen» sterren aan de bevolking opdringen, zonder dat deze er iets van gevoelt. Ons ineens een film opdringen met uitsluitend Belgische ar-tisten, zou, naar mijn oordeel, een gewaagd spel zijn. Naar het voorbeeld van vele andere filmen, — b. v. « La Bataille », — zou het redelijker zijn naast bekende vreemde filrriy sterren, aan een of meer Belgische spelers ol( speelsters, een tweede-plansrol, of — bij bijzondere geschiktheid — zelfs een hoofdrol toe te vertrouwen. De naam, of namen, zouden in de rolverdeeling geplaatst worden; de nieuwsgierigheid zou opgewekt, — vragen om inlichtingen gedaaiq beoordeelingen geschreven worden, en langzaam maar zeker, zou weldra eene zelfde vermaardheid « onze » sterren huldigen, als nu de anderen. En, hier maak ik gebruik van eene spreuk waarvan « Pourquoi Pas » zich reeds bediend heeft « Waar een wil is, daar is een wet! »
Op moreel of zedelijk gebied, is er voor de Belgische film, eveneens eene groote, en tevens grootsche taak te volbrengen. Ik heb reeds gewag gemaakt van het verschil van opvatting over den zin, waarin de Amerikaansche filmen genomen worden. Om duidelijker te wezen: ons eigen inborst strookt niet altijd met hetgene wij in vreemde banden voor oogen krijgen.
Het is algemeen geweten dat «het witte döèk»
, een machtig opvoedingsmiddel is; doordat het ineens gansche massa’s lessen geeft, wanneer een psychologisch aangelegde scenarioschrijver, in zijne werken, de hedendaagsche plagen van het menschdom aantoont, er de leelijkheid
> KINEMAWERELD »
en ongepastheid van doet uitschijnen, en tegelijkertijd reeds in het binnenste der toeschouwers van een dergelijk werk, de eerste kiemen legt, van de schaamte zelf aan de aangeduide kwaal te lijden.
Welnu, buiten de gebreken waaraan de ge-heele menschheid onderworpen is, en die grootelijks voortspruiten uit den laatsten, en tevens den afschuwelijksten oorlog, bestaan er voor ieder volk in bet bijzonder, nog andere onvol-maaktneden. Alleen een inboorling van ons landje kan weten waarin er voor zijne landge-nooten, een voorwerp is tot fierheid of tot schande. Alleen van een landgenoot ook. kunnen wij lessen en raadgevingen ontvangen.
Indien het klaarder is, met voorbeelden aan te duiden zal ik mijn toevlucht nemen tot twee Fransche Filmen, die in de laatste dagen veel van zich hebben doen spreken « La Garçonne » en « Les Demi-Vierges ». Desnoods kan ik er de Amerikaansche « Daytime Wives » (Onze Vrouwen) nog bijvoegen. Het doel dezer filmen is, voor de twee eersten te toonen wat eene « moderne Fransche vrouw » en de laatste wat eene « moderne Amerikaansche » is. De schrijvers trachten weder te geven, welke invloed de laatste jaren op de opvoeding van de vrouw gehad hebben, en welk het gevolg is dezer opvoeding.
Wat « La Garçonne » betreft, dit kan geene weergave zijn'van de « Française » in het algemeen, dat is alleen eene schilderij van enkele uitzonderingen, die onze belangstelling niet waard zijn. Nochtans het feit is daar: de drie voornoemde filmen hebben eene zedelijke strekking, en die is: Eene min of meer gelukte wedergave van de vrouw, zooals zij uit den sluimer der oorlogsjaren opgerezen is.
Voor ons Belgen, is op dit oogpunt ook werk, veel werk, en goed werk te verrichten. Wij kunnen ons van de « Zevende Kunst » bedienen om ons volk de wonden te toonen, waaraan het lijdt, de vooroordeelen bloot leggen, die zoovele misverstanden in het leven roept, de gevaren aanduiden waarin onze samenleving verkeert, en tevens het redmiddel voor al die onheilen in de zedeles doen uitschijnen.
Om kort te zijn: de Belgische filmen kunnen oneindig veel goed doen aan de welvaart van ons België, dat wij allen beminnen.
Wat betreft het financieel gedeelte van dit vraagstuk daar wil ik ook een woordje over zeggen. Het is ontegenspreekbaar dat eene kinemaondernemiug zeer veel geld kost. Maar welke handelsonderneming, of wat anders ook kost geen geld? Voor ons. Antwerpenaren, die midden in eene woelige handelsstad leven, is dit zeer klaar. Nochtans, dit zijn geene kwesties. waarmede een kinemaliefhebber zich moet bezighouden, en nog veel minder zich laten afschrikken Het financieel gedeelte der filmnij-verheid is het aandeel der geldmannen, der « businessmen ». Het oprichten en uitbaten van een Studio kost geld, maar het brengt ook geld op. Ieder handelaar, ieder industrieel, die aan eene zaak begint, bevind zich eerst voor dit oogpunt: het noodige kapitaal. Hij zal zich eerst daarmede bezighouden totdat zijn ontwerp eene wezenlijkheid is geworden en dan,, maar dan eerst, kan hij er aan denken aan de opbrengst, aan de winsten die zijne « zaak » hem zullén opbrengen.
Er bestaan een massa « Naamlooze -Vennootschappen » in onze handelsstad. Velen der lezers zullen wel weten dat dit ondernemingen zijn, waarvan het noodige kapitaal samenge-bracht is door verschillende handelsmannenen in de meeste gevallen door de uitgifte van titels van eene min of meer hooge nominale waarde. Die titels worden door de « aandeelhouders » — het publiek — gekocht, die er dan de « koepons » van trekken, die voor hun de interest is van het kapitaal dat zij in de zaak geplaatst hebben.
In België is, niettegenstaande de enorme staatsschuld, nog veel geld in de brandkoffers, spaarpotten en portefeuilles der particulieren. Het beste bewijs daarvan is dat, wanneer de Staat eene milliardenleening aangaat, deze in min dan een uur tijds gansch ingeschreven is en soms wel twee of drie maal. Zoodus zou de geldman, die het met de « Stille kunst » goed meent, en die vertrouwen heeft in de toekomst der Belgische Filmnijverheid, in het geheel niet veel wagen met zich ten dienste te stellen van hem die het wagen zal een Antwerpsch Studio in het léven te roepen. Met de medewerking van de ontelbare schaar kinemaliefhebbers kan zulke onderneming geene schipbreuk lijden, en velen onder hen zullen wel willen inschrijven voor een of meer aandeelen van eene «Antwerp Motion Picture Company S. A. » of iets in dien aard.
Eenige beschouwingen nog op sociaal gebied, om te eindigen. Vele onzer handige en bekwame stielmannen, en andere lieden die door het werk aan den kost moeten komen, zijn nog werkeloos of kunnen het worden. Als Antwerpen een studio moest rijk worden, konden, benevens de artisten, ook een gansch legioen timmerlieden, elektriekbewerkers, schilders, en nog meer, zonder de figuranten te rekenen, aan het werk gezet worden.
Het ontstaan van eene filmzaak in onze Scheldestad zou tevens eene weldaad voor de samenleving worden. Hij die over alles nadenkt, zal wel moeten toegeven dat het inrieh-ten van eene Filmmaatschappij eene zaak is die van twee hoofdzijden moet beschouwd worden: de artistieke zijde of het werk van den tooneelschikker en zijne vertolkers; en de « geldkwestie » of financieele zijde die het deel is van de beheerders, die, op voorwaarde dat zij de « business » niet hooger stellen dan den wensch om de Belgen op dezelfde hoogte te plaatsen op kinemagebied als Amerikanen, Engelschen, Franschen, Italianen, enz. Wat meer is waarom zou Antwerpen tpn achter blijven dan wanneer te Machelen-bij-Vilvoorde, reeds het eerste Belgische Studio opgerezen is, dat der « Belga Film »? De Belgen hebben nooit voor een ander volk moeten onderdoen, op geen enkel gebied. Waarom zouden wij het doen in zake van « het witte doelj » dat toch ook eene kunst geworden is. Brussel heeft het voorbeeld gegeven; dit was haar recht, vermits het de hoofdstad is. Maar Antwerpen, als voornaamste stad van België, moet en zal volgen!
GEORGES IVO.
BERICHT
Bij afwezigheid van onzen medewerker Nemo, is de brievenbus 'uitgesteld
tot de volgende week.
Geïllustreerde Kinemanieuwsjes
Drie filmspeelsters in travesti-rollen
LINKS: CONSTANCE TALMADGE in The Dangerous Maid.
MIDDEN: DOROTHY MACKAILL in The Fighting Blade.
RECHTS: ANNA Q. NILLSON in Ponjola.
Diie nieuwe prachtfilmen van de Associated First National Pictures van New-York.
ONS PHOTOHOEKJE
A. K. C. ontving gratis de photo van Agnes Ayres, na 1 1/2 maand, groot formaat, vergezeld van een vriendelijk schrijven.
LITTLE FROGGIE ontving de volgende photo’s: Reeks I. — Gratis: Lila Lee, 18x13, na 3 maanden; Mary Philbin, 18x13, na 11/2 maand; Bebe Daniels, 18x13, na 2 maanden en 8 dagen;
Lucie Doraine( postkaart), na 4 maanden; Charlie Chaplin, 18x13, na 1 1/2 maand; Thomas Meigham. 18x13, na 1 1/2 maand; Germaine Fontanes, (postkaart), na 11 dagen; Felix Ford, (postkaart, in La Bataille).
Reeks II. — Mits 25 Amerikaansche cents. — Rudolph Valentino, 21x26, na 1 1/2 maand; Dorothy Phillips, 21x26, na 2 maanden; Priscilla Dean, 21x26, na 1 maand en 3 weken. (Alle 3 buitengewoon prachtig.)
Reeks III. — Mits fransch geld. — Sandra Mi-
« KINEMAWERELD
lowanoff, (postkaart), na 9 dagen (mits fr. 2); Gina Palerme, 18x13, na 12 dagen (mits fr. 3); Dolly Davis, 12x17, na 4 dagen (mits fr. 2); France Dhélia, 20x21 (in Pulcinella,, na 3 dagen ( belgische fr. 5).
Ik moet u ook zeggen dat Mej. Germaine Fontanes het geld heeft teruggestuurd met de photo, en dat in ’t algemeen de fransche photos vriendelijker geteekend en schooner zijn dan de amerikaansche.
JOSEPHKE ontving gratis de volgende photo’s: William S. Hart, 25x17.5, na 43 dagen, William Farnum, 28x20 en 15.5x13.5, na 41 dagen; Bébé Daniels, 19x14, na 2 maanden; Ha-rol Lloyd, 19x14, na 48 dagen; Marion Davies, 25x20, na 32 dagen; Mary Pickford, 21x16, na 45 dagen.
KINEMANIEUWSJES
DE 20e APRIL zal « A Son of the Sahara » als proef te New-York afgerold worden. Zes maanden heeft Edwin Carewe er aan gewerkt om het geheel te verkrijgen. De tooneelen zijn opgenomen in Algiers en te Parijs. In de maand Maart is de Company terug gekeerd waarop Miss Adelaide Heilbron, de scenarioschrijfster, onmiddelijk begon met de tusschen titels.te schrijven. De rollen zijn in handen van Bert Lytell, Claire Windsor, Rosemary Theby, Walter Mc Grail, Montagu Love en Paul Fainzer.
« THE MARRIAGE CHEAT » wordt gedraaid op het Zuidzee eilandje Wnluika. Er moet in deze film inlandsch muziek in voorkomen. Benige « muziekanten » der Kanakas inboorlingen zien reeds met verlangen hun beurt te ge-moet; men heeft deze te kennen gegeven dat zij allerlei geschenken zullen ontvangen.
HE REKENDE REGISSEUR D. W. Griffith zal ie Italië een sensationneele film maken. Men sprak van « De laatste dagen van Pompeii »; dit is nog niet zeker. In ieder geval wordt hij gestemd door Italiaansche bankiers, aan wier hoofd G. Andrea Serrao, lid van de Romeinsche Gemeentenraad. Maanden reeds zijn er er met 'V W. Griffith onderhandelingen gaande, welden ten langen laatste gelukt zijn.
DE ZWAARSTE AMERIKAANSCHE ARTIST is Charles A. Post, die maar even de kleinigheid weegt van 320 pond! Opgepast Fatty! • 'ir'i7NTE SAUREZ, een Spaansch artist, die de specialiteit bezit in het juiste nabootsen van Charlie Chaplin, zal eenige komieke banden draaien voor een Spaansfche filmaatschappij.
LILIAN GISH, nu zij La Sœur Blanche heeft gedraaid, zal beginnen met Remola.
WIJ VERNEMEN dat Hollywood een echte bestormingsplaats is wat betreft vreemde film-artisten en regisseurs. Men doet uitschijnen, dat Ernst Lubitch een Duitscher is, von Stroheim een Oostenrijker, Charlie Chaplin een En-gelschman, Victor Seastrom een Zweed, Rex Ingram een 1er, Rodolph Valentino een Italiaan, Ramon Novarro een Mexicaan, Antonio Moreno een Spanjaard. Mary Pickford een Canndeesche, Renée Adorée een Fransche, Anna
O. Nilsson .een Zweedsche en Pola Negri een Poolsche. Wij gelooven echter niet dat dit een overdreven getal is, om de Amerikaansche studios reden tot klagen te geven.
DE 22e MAART heeft de Berengeria Cherbourg verlaten in bestemming voor New-York. met aan boord verschillende groote persoonlijkheden op kinematogruphisch gebied, zoqals MM. Ebuer (Maxim Film), Glass en Morawski (Terra Film), Fritsche (Trans Oceaan), Zelnik (Phebus Film), Karl Wollfsohn (bestuurder der Lichtbildbuhne). Het doel der reis is zaken te maken, met nieuwe filmaankoopen te doen, filmverwisseling, enz. De reizigers begeven zich natuurlijk naar Los Angeles.
M. JOSEPH GUAR1NO is aan het werk om voor het zilveren scherm L'Aube de Sang te verwezenlijken; hoofdvertolkers Van Daele en Josyane.
EEN AMERIKAANSCHE REGISSEUR heeft de jockey Earl Sande, die het beroemde paard Zew tot de overwinning leidde, aangeworven, om een rol te vertolken in een nieuwe Gold wynfilm: L aGrande Route Blanche.
WIE HERINNERT zich niet de kleine Marguerite Clark, welke vóór eenige jaren een populaire filmartiste was? Welnu, op het oogenblik is zij een der meest geziene vrouwen der mondaine wereld van New-Orleans. Zij huwde met Henry Williams, een zeer rijk boschontginner. en verliet het zilveren scherm. Haar huis is om zoo te zeggen het prachtigste van de stad. Tijdens haar huwelijk heeft men haar nog een aanbod gedaan om een rol te vertolken, aan een salaris van 1,500 pond pei" week, hetgeen zij weigerde.
"VET. IS ER REEDS geschreven over dieren op de film, zooals de honden Teddy en Stron-ghaert, maar weinig wordt er gezegd over andere dieren, zooals muizen en ratten, welke veel gevraagd worden voor gevangenissen en u’s. Welnu, er is een man in de nabijheid van Los Angeles, welke aldaar zijn brood verdient, en rijkelijk, met ratten en muizen te vangen; niet alleen dat, maar ook vorschen, hagedissen en meer andere kruipdieren. Is er nu aldaar een regisseur welke van die diertjes noo-dig heeft, hij weet zich waar te wenden.
DE SAMUEL GOLDWIJN Co. is de eerste filmmaatschappij welke een productie op de markt brengt met de titelrol zünde eene pop; deze is genaamd « Cytherea ». Het scenario is naar de novelle van Joseph Hergpsheimer; de film wordt in elkaar gezet door George Fitzmaurice. Het succes in deze film zal voornamelijk toe gaan naar Alma Rubens, welke eene treffende gelijkenis bezit met de pop. Ter dezer gelegenheid werd er eene pop vervaardigd door het huis Gezusters Sardou van New-York, welke daarvoor algemeen gekend zijn. Miss Rubens heeft daarvoor verschillende dagen moeten noseeren, alvorens zij naar Hollywood heeft kunnen vertrekken, om aan de film, te beginnen. Lewis Stone en Constance Bennett spelen ook in « Cytherea ».
GAUMONT gaat twee niéuwe filmen draaien: de eerste is getiteld Le Loup Garou, film in 5 episoden, getrokken uit de roman van Alfred Machard. De. tweede heet Trtbaulet, kinemo-roman in 6 tijdvakken, naar de roman van Michel Zévaco.
NA DE VOLTOOIING van « The Woman on the Jury » zijn drie artisten, namelijk Bessie Love, Mary Carr én Hobart Bosworth, naar Mexico vertrokken, daar zij insgelijks noodig zijn in « Sundown ». Aan deze film is men volop bezig te draaien op een ranch, nabij Arizona. De bijzonderste tooneelen daarin, zijn de overbrenging, van de Vereenipde Staten in Mexico, van een kwaart millioen hoornbeesten. welke ook de Rio Grande moeten oversteken. De leiding is toevertrouwd aan Laurence Trimble.
Het Kontrakt
A tien jaren zwoegen en noesten arbeid was deze komische artiest die als figurant begonnen was, in vermaardheid opgeklommen en had eene zekere faam verworven. Opgemerkt door een star die hem als leidsman aannam, werden de filmen die hij draaide aan de zijde van zijn voorman al spoedig gezocht en gevraagd.
Toen zijne overeenkomst met de star verviel kreeg hij aanbiedingen langs alle kanten en had hij maar toe te slaan.
Doch... hij nam niets aan, en eerzuchtig, besloot hij van met het geld dat hij in samenwerking met de star gewonnen had, zijn eigen studio te stichten, van zich aan te sluiten bij eene belangrijke Compagnie voor den verkoop zijner filmen en ten laatste van een belangrijk geldschieter te vinden om hem te helpen zijne eerste banden aan den man te brengen.
Hij vond gemakkelijk de gewenschte geldschieter, deed een klein studio bouwen, plaatste gansch zijn kapitaal in de zaak en begon te werken... Zijn eerste film had bijval. Hij draaide er nog een andere, dan nog een tiental. Zijne filmen werden aan een goede prijs verkocht en de opbrengst van ieder dezer liet hem toe een andere te draaien. Doch de krisis kwam. Het huis waaraan hij zijn filmen verkocht weigerde deze, zoo-als zij trouwens ook die van andere studios geweigerd had, want zij had nog een gansche stock van banden; deze gingen niet weg, te meer daar de uitbaters oude filmen vroegen in plaats van nieuwe. Daar onze ârtiest zijn eigen star was trok hij dus geen werkgeld, op hetwelk hij rekende om te kunnen vóórtbrengen... en bracht dus niets meer voort.
Zijn geldschieter dacht na en vreezen-de dat de Compagnie weigerde de filmen te koouen van de jonge komiek uit reden dat het publiek ervan vermoeid was, en dat er dus niets meer te verhopen was, trok hij zijn voorschot uit de kombinatie terug.
Eene maand ging voorbij en de komiek had al zijn geld gebruikt om zijn studio te laten bouwen. Hij bezat dus niets. Verschillige kapitalisten, door hem gepolst, gaven een ontwijkend antwoord daar zij door zijn oud-geldschieter verwittigd, waren geworden.
De krisis duurt voort... en de komiek zag zich, tot zijn oneindig spijt, verplicht zijn studio te verkoopen. In Hollywood was spoedig het gerucht verspreid dat die man « op » was en eenieder liet een woord van spijt vallen over die loopbaan die bij ieder t'è kort scheen te zijn.
Zes maanden gingen voorbij. De verkoop begon te hernemen. Intusschen-tijd had de komiek, om te leven, het overschietende geld verbruikt en men was hem vergeten.
Nochtans een belangrijk bestuurder die hem in zijne filmen opgemerkt had, verneemt dat hij zich dicht bij de ellende bevindt. De bestuurder neemt inlichtingen en verneemt aldus de waarheid.
Hij laat de komiek komen, en deze, weltevreden van werk te kunnen vinden, komt in allerhaast aangeloopen. Ziehier wat de bestuurder hem zegt:
— Mijn vriend, ik weet dat gij « op » zijt op de markt en dat niemand meer van uwe filmen wil. Nochtans boezemt gij mij belang in en ziehier wat ik u voorstel. Wilt gij voor mij werken? Ik heb zes compagnies die in mijne studios voor mijne rekening werken en met genoegen zou ik u willen engageeren. Neemt gij aan?
— Zekerlijk. Maar hoeveel wilt u mij betalen?
— 300 dollars per week.
— Welhoe, 300 dollars, gij lacht toch zeker met mij! Wanneer ik mijne eigen compagnie bezat had ik tot 5,000 dollars winst per week.
— In deze voorwaarde spreken wij er niet meer van. Ik geef u de raad van terug naar uwe compagnie te gaan.
— Maar zij bestaat niet meer.
— Ik weet het, ik weet eveneens dat gij uw studio voor een appel en ei verkocht hebt en dat het een nieuwe troep is die er nu van geniet. Hoor, ik wil nog iets voor u doen, neemt gij 500 dollars per week aan?
De komiek denkt na, vraagt meer, weigert en vertrekt.
( KINEIWAWERELD »
De bestuurder wrijft zich de handen, hij is zeker van zijne zaak.
Een maand later keert de komiek terug. Hij neemt de voorwaarden aan.
Nieuwe dialoog:
— Ik neem aan om voor u te werken mits 500 dollars per week met een kontrakt van een jaar.
De komiek vraagt een kontrakt van een jaar omdat hij bewust is van zijne kracht en van zijn kluchtig spel en hij weet heel goed dat de twaalf filmen die hij nu zou gaan draaien voldoende zullen wezen om zijn naam opnieuw goed te maken en hem toe te laten van later zijn eigen studio te herbouwen.
— Ik geef u 500 dollars per week met een kontrakt van vijf jaar.
De bestuurder die een slim vakman is, is van de zaak bewust. Indien het publiek, na vijf jaar, zijne filmen nog graag ziet zal het hem gemakkelijk wezen hem opnieuw aan te nemen met de drie of vier laatste filmen der serie van het laatste der vijf jaren te boycotteeren.
KINEMANIEUWSJES
NU BABY PEGGY haar laatste film Le Capitaine Janvier heeft geëindigd, heeft zij een welverdiende vacantie van 14 dagen gekregen. Daarna zal zij een andere lieve kinderfilm Helen’s Babies draaien, zoodat men nog veel schoons van dit wonderkind zal te zien krijgen.
* DE FAMOUS PLAYERS, in Hollywood, is bezig een film te draaien, genaamd Visions, waar verschillende nieuwigheden, op filmgebied, in voorkomen, die ophef zullen maken.
"ET ITALIAANSCH GOUVERNEMENT is bereid, zooveel het in zijn macht is, om de filmregisseur, welke Ben Hur komt opnemen in Italië, al zijn steun toe te zeggen. Men is zeer verlangend om de Amerikanen te helpen.
DOUGLAS FAIRBANKS, die zich de haren en knevel had laten groeien voor zijn Dief van Bagdad, heeft deze laten knippen, om met zijne echtgenoote naar Europa te komen. « Anders zou men mij aldaar niet herkennen », zegt hij.
HENRI RÓUSSEL is begonnen aan L'An prochain à Jêruzalem, met Raquel Meller als vedette.
DOUGLAS FAIRBANKS en Mary Pickford zijn op 12 April te New-York ingescheept, op den transatlantieker Olympic, op weg naar Europa. Zij vertrekken rechtstreeks naar Londen en zullen op het einde van April te Parijs zijn, waar zij een maand zullen verblijven. Zij hebben het inzicht te kennen gegeven om Bel gië, Zwitserland, Spanje, Italië en de Scandi-naafsche landen te bezoeken. Mary en Doug zijn vergezeld van Mme Charlotte Pickford, moeder van Mary. .Robert Fairbanks, broeder van Douglas, en den heer Maurice G.Cleary, schatbewaarder van de United Artists Corporation.
Nieuwe strijd met de komiek.
Maar hij is gehuwd en. heeft kinderen.
Hij teekent het kontrakt.
De bestuurder geeft hem 2,000 dollars als voorschot op zijn eerste maand.
Hij helpt de komiek met eene groote publiciteit en ziet zelf de keus der artiesten en figuranten die hem omringen na, evenals de scenarios die hij zal te draaien hebben.
De komiek herneemt zijne vroegere gewoontens evenals zijne doorgezonden dienstboden.
Hij wint 500 dollars en verteert er 600 en begint schuld te maken.
Aan het einde van het vijfde jaar, indien het publiek beu is zijne filmen te zien wordt hij doorgezonden en bevindt zich zonder plaats: daar hij niets gespaard heeft bevindt hij zich ook zonder geld.
Deze geschiedenis is eenvoudig maar vernieuwd zich gedurig in de filmwereld.
Zij is de keerzijde der kinemakunst.
EENIGEN TIJD GELEDEN kwam Harold Lloyd, te New-York, als, een wervelstorm uit zijri studio gevlogen, en riep tot zijn vrouw: « Mildred, Mildred, ze zeggen dat ik te dik wordt ».
Intusschen was het toch een ernstige zaak, en nu gaat de arme Harold niet meer uit, of hij knoopt alles toe, omdat men toch vooral niets van zijn opkomend buikje zou zien; ja. zelfs zoo, dat er bijna niets meer van zijn aktualiteit, zijn uilenbril te merken is.
Nu is hij bezig eene strenge vermageringskuur te ondergaan.
M. BURGUET, na de binnenzichten van Faubourg Montmarte voltooid te hebben, is naar Nice vertrokken, om daar de buitentooneelen te nemen.
GASTON RUDES begint aan L'Atelier, met een scenario van hem zelf.
ZICH NIET KUNNENDE VERZEKEREN van de medewerking van Pearl White, noch van Hope Hampton, voor de hoofdrol in de Stern-Film van Berlijn Arabella, zoo heeft men zich gericht tot Maë Marsh, welke een kabeltelegram gezonden heeft, dat zij aanneemt. Zij is reeds ingescheept. Zij zal daarvoor een salaris hebben van 25,000 dollars, voor 6 weken. Wie wil eens uitrekenen hoeveel marken dit maakt? De maatschappij daarenboven heeft zich verbonden haar, heen en weer, alsook die harer kamermeid, en alle andere kosten te betalen.
SINDS ROD LA ROCQUE in de nieuwe Para-mountfilm The Ten Commandments verschenen is, heeft hij door zijn uitmuntend spel langs alle kanten aanbiedingen gekregen van verschillende kinemabestuurders. Doch hij heeft kontrakt op langen termijn en zijn volgende film is Triumph, met als partner Lea-trice Joy. In deze film is ook een nieuwe acteur, een Hongaar, Victor Varconi, welke, naar men zegt, zeer knap is.
De Schrik der Ondeugd
L’EFFROI DU VICE)
Roman van George Broadhurst
Scenario van ... Clara Beranger
Filmregie van . William de Mille
ROLVERDEELING:
Nellie Agnes Ayres
Stafford
F anny Leah Wyànt
George Walter Hiers
TjpX E jonge millionnair Stafford is
1 smoorlijk verliefd op de mooie
oogen van Nellie.
Fanny, de zuster van Nellie, is verloofd met George, en deze stelt alles in het werk om zijne toekomende schoonzuster te overtuigen de gelegenheid welke de Fortuin haar biedt, waar te nemen.
Nellie is met Stafford gehuwd. Maar al spoedig bemerkt zij dat zij zich vergist heeft. Stafford maakt misbruik van sterke dranken, en in zijn overdaad, verliest hij elk gevoel van menschelijke waardigheid.
In hare eer gekrenkt verlaat Nellie de echtelijke woning en herneemt hare
« KINEMAWERELD »
vroegere bediening van telefoniste. Uit hoogmoed, veinst Stafford eene onverschilligheid, alhoewel hare beslissing zijn hart breekt.
Zekeren dag neemt George het besluit de twee echtgenooten terug samen te brengen. James wacht alleenlijk maar op eene gelegenheid en hij zweert Nellie dat hij in zijn geheel leven geen druppel alköol meer zal verbruiken.
PARAMOUNT FILM, rue Neuve, 48, Brussel
K1NEMANIEUWSJES
VOOR EEN FILM worden er vier talen gesproken, en de regisseur welke dit lot te beurt valt is de Rus Dimitri Buchowetki. Op het oogenblik bestuurt hij de film Men. Tot Pola Negri spreekt hij Russisch, er is een acteur tot wie hij Fransch moet spreken en een andere Duitsch, en om er nu een kwartet van te ma: ken spreekt hij tot de meeste artisten Engelscli.
CLYDE COOK (Dudule) heeft de cinema voor goed vaarwel ge.zegd. Na een ontelbare reeks woordenwisselingen met de Fox gehad en zijne beide knieën gebroken te hebben, is hij terug naar de music-hall .waarvan hij kwam, gegaan.
M. NALPAS monteert On ne joue pas avec le Feu.
IN DEN EERSTEN « sterfilm » der nieuwe voortbrengst, Arabella, de Roman van een Paard, onder de regie van Karr Grünes, wordt de hoofdrol vertolkt door Alfons Fryland, die zooëven uit Rome is teruggekeerd, alwaar hij aan Quo Vadis heeft meegewerkt.
M. de BARONCELLI zet Pêcheurs d'Islande in elkaar, naar het werk van Loti.
EDNA PURVIANCE is Charlie Chaplin's partenaire niet meer. Hij heeft zich nu dè medewerking verzekerd van Miss Gray, die reeds een rol in The Kid vertolkte.
EEN SCHOONHEIDSWEDSTRIJD, ingericlr door een komité, waarvan Rudolph Valentin 1 voorzitter is, heeft Miss Torento uitgeroepen als het schoonste meisje van New-York. Onmiil delijg heeft Rudolph Valentino er dan ook voor gezorgd dat zij een verbintenis kreeg mei een filmmaatschappij.
IN FRANKRIJK is er tweestrijd ontstaan, om wie de eigenlijke uitvinder van de cinema zijn zou. De eene partij is voor de gebroeders Lumière, en de andere, met de Académie de Médecine aan het hoofd, voor Dokter Marey. Wat er ook van zij, naar het schijnt bestaan er schriftelijke verklaringen van Marey zelf, welke verklaart, dat de geroeders Lumière de eeni-ge uitvinders zijn der levende beelden, want het is niet voldoende gedeelten uitgevonden te hebben, maar het geheel, en daarop maken de gebroeders Lumière aanspraak, waarvan zij de bewijzen bezitten.
ANDREE LAFAYETTE, welke in Amerika een verbazend succes behaald in de hoofdrol vaii Trilby, is in Engeland aangekomen, waar zij een hartelijk onthaal genoot. Zij heeft te Londen, in Covent Garden, een weldadigheidsfeest bijgewoond voor de stedelijke gasthuizen.
MEN IS VOLOP in de studios van Gaumont bezig met Le Diable dans la Ville, met Ger maine Dulac te draaien.
DE EERSTE KOMMISSARIS van de Soviets Trotzky, heeft eein boek geschreven over de sociale vraagstukken; een der titels luidt: « Alcool, Cinema en Kerk ». Trotzky erkent daarin dat de cinema- een uitstekend werktuig voor propaganda is, dat het volk dit noodig heeft, zooals het brood, de koffie en de kerk, want de cinema doet u lachen, maar ook weenen met de ongelukken van het volk.
DE AMERIKANEN, die altijd aan het zoeken zijn naar nieuwe filmsterren, hebben er weer een ontdekt. Het is een zeer schoon en jong meisje, Alice Day genaamd. Zij is aangeworven door Mac Sennett om eenige comedies te vertolken met Harry Langdon, een nieuwe Amerikaansche komiek.
14
Kl N EMA WERELD
Onze CtnE-Romans
In den Wervelstorm
(The Old Homestead - Sous la Rafale)
bewerkt naar het scenario van de Parmount-film door Ed. Neorg
ROLVERDEELING:
Jos Whitcomb....Theodore Roberts
Mary, zijn nicht....Fitzy Ridgway
Ruben, zijn zoon....Harrison Ford
Holbrook....George Fawcett
De Landlooper . ....T. Roy Barnes
Op het einde van een schoonen herfstmorgen, kwam Jos Whitcomb, of Nonkel Jos, zooals hij overal vriendelijk genoemd werd, huiswaarts van den veldarbeid; het was het uur van het middagmaal en hij richtte zich naar zijn hoeve te Granzey, een dorp, 50 mijlen op den weg naar Boston. Het was een zeer eenvoudige hoeve, maar er heerschte geluk en de dagen gingen voorbij in kalme rust.
Deze ronde, goedige grijsaard was in de zestig en zijn karakter, was in drie woorden te beschrijven: rechtschapenheid, moed, goedheid. De kleine hoeve, zijn eigendom; was zijn geheele wereld. Hij was er hartstochtelijk aan gehecht, want op dit plekje grond had hij wel en wee gekend. Daar was hij geboren, daar was hij opgegroeid, daar waren zijn ouders gestorven; ook was hij er gehuwd maar, helaas, zijn vrouw had hij vroeg verloren.
Vroeger jaren kende de hoeve meer welstand, doch om den naam van de familie in eere te houden, had Jos Whitcomb verschillende schulden van een broeder betaald, waardoor hij zelf verplicht was geweest op zijn hoeve een hypotheek te nemen. Hij moest nu nog 5 wissels betalen, loopende over een jaar, en Nonkel Jos zag vol verlangen uit naar het oogenblik dat hij opnieuw de ware meester zou worden van dit duurbaar eigendom.
Met de hulp van een jonge hoeveknecht en Jack King, een oude bediende, welke meer een vriend was, bewerkte de waardige man zijn domein. Zijn nicht Mary, dochter van zijn overleden broeder en welke hij aangetrokken had, verzorgde het neerhof. Tante Mathilde, kortweg Tilly genoemd, zuster van Jos Whitcomb, bestuurde met gezag het huihouden; onder een ruwe schors verborg zij een gouden hart.
Dan eindelijk Ruben; in zijn vrije uren, stak hij een hand aan de werkzaamheden der hoeve uit, maar meer als liefhebber want, de eenige zoon van Withcomb, was niet zooals zijn vader, hij had geen zin n het boerenvak. Van jongsaf vele boeken gelezen hebbende, was het zijn eenigen wensch zeeman te worden, de wereld te doorkruisen. Whitcomb zag niet gaarne zijn jongen de wijde wereld ingaan; hij hield dan ook daarvoor de ooren gesloten, met de hoop dat Ruben, met den tijd, dit plan zou laten varen. Ruben, van zijn kant, sprak er niet meer over, daar hij zijn vader te lief had en hem geen verdriet wilde aandoen. Op zijn 20e jaar nu, waren zijn droombeelden nog slecht een vage herinnering; de eenigste reis, welke hij al eens gemaakt had, was naar Boston en
om nu toch maar geen landbouwer te moeten worden, was hij bediende geworden in het « Groote Magazijn » van Richmond.
Ephrem Holbrook, eigenaar van het magazijn, was een nauwgezet handelaar; doch, daaraan alleen had hij niet zijn groot fortuin te danken, een fortuin hetwelk hij lederen dag nazag met de passie van een vrek. Aan allen, niet alleen van Gan-zey, maar aan alle kanten, stelde hij zijn geld ten dienste met een goed waarborg en... woekerintrest. Eens de datum verstreken, en men kon niet betalen, was hij onverbiddelijk, zonder medelijden.
« Ik vraag niets dan wat wij overeengekomen zijn » was steeds zijn woord, « niets meer, maar ook eisch ik voldaan te worden op den vastge-s-telden tijd. »
Het was tegenover dezen man dat Jos Whitcomb een verbintenis geteekend had. Zekeren dag moest hij zich tot Holbrook wenden om een som geleend te krijgen om de schulden van zijn broeder te betalen. De woekeraar was bereid maar gaf de som alleen maar als hypotheek op de hoeve van den eerlijken Whitcomb.
De oude man, men begrijpe zeer goed, zag dus liever zijn zoon bij hem in den wagen loopen dan als bediende te gaan bij Holbrook. Maar, hij was al heel tevreden dat Ruben niet op zee ging en bij hem bleef; hij wist dat het een brave jongen was, welke zijn vader’s naam met eere zou bewaren. * *
Na zijn ossen op stal gebracht te hebben, richtte Jos zich naar het woonhuis; hij ging het neerhof over en zag zijn nicht het pluimvee voeder strooien. Teeder legde hij de hand op haar schouder en sprak:
« Welnu, Mary, steeds stipt op uw post, naar ik zie? Dit is goed kind. En daarbij, gij profiteerd er terzelfdertijd van, want uw wangen blozen gelijk kersen. »
« Dit komt, Nonkel Jos. omdat ik hier gelukkig ben. Iedereen hier is zoo goed voor mij. Gij, Tilly en... en Ruben ook. »
« En Ruben ook » herhaalde de grijsaard...
« En Ruben ook » herhaalde de grijsaard met een glimlach. « Ik zou eens willen zien, of hii, tegen een lief meisje, zooals gij, anders zou wezen! »
» K1NEM A WERELD »
Hij tikte haar beteekenisvol op de wang en klom de drie treden der veranda op, dewelke de woning vooraf ging. Aan den muur was een kraan bevestigd, dewelke hij open draaide, waardoor het water er uit liep en hij zich een weinig verfris-schen kon. Vervolgens ging hij de woning binnen, naar de keuken, waar zijn zuster het druk had met haar kookpotten.
« Hum! dit ruikt hier lekker! » lachte hij vroo-lijk. « Gij zijt veel te nieuwsgierig, groote gulzigaard; gij moet nog een oogenblik wachten, maar ik verzeker u, dat dit oogenblik nog al groot is. » « Welnu dan moet ik maar wachten, Tilly. » Whitcomb zette zich in een zetel, met een zichtbare voldoening, daar hij Tilly zoo in de weer zag. Hij wist zeer go-ed dat zij niet gaarne in haar « heilige » keuken gestoord werd. Tilly was een vrouw, omtrent de 40; zij moest van een bijzondere schoonheid geweest ' zijn. Dien morgen zag zij er een weinig bezorgd uit. « Zeg mij, Jos » zegde zij plots, na haar potten geschikt te hebben, « ge zijt toch zeker niet vergeten, dat ge morgen aan Holbrook weer een wissel moet betalen? Ge hebt toch zeker het geld? » Jos lachte: « Mijn brave Tilly, steeds dezelfde onrust wanneer, zooals ge zegt « de noodlottige datum » aan-gebroken is... Nimmer bleef ik ten achter, goddank, en nu ook niet... Hier, zie, om u gerust te stellen. » Hij ging naar een kastje, waarvan hij het slot deed werken, opende het, en haalde er een versleten tasch uit waarin 400 dollars zaten. « Ge ziet, nietwaar, dat alles gereed ligt? » lachte hij steeds. « Oef! Wat ben ik verheugd, dit neemt mij een pak van het hart... Het is waar, Jos, telkens ben ik bevreesd dat wij niet betalen kunnen, want, vergeet niet, die vreeselijke Holbrook zou u geen dag uitstel geven. » « Dit is zijn recht, lieve zuster. » « Zijn recht, zijn recht! Ik vind dit goed gezegd na al wat gij hem reeds betaald hebt, de intresten er bij! Ik heb het u reeds hondermaal gezegd, op uw schulden zoudt gij vermindering moeten zien te bekomen, na uwe regelmatige hooge betalingen! Gij zijt veel te eerlijk en veel te goed! » Zeer ernstig richtte Whitcomb het hoofd op. « Neen, Tilly, ik doe eenvoedig mijn plient; God heeft mij geholpen die te volbrengen en zai mij nu verder ook niet in den steek laten. Ik oe zit nog goede armen en beenen, en binnen en jaar zijn wij vrij, is de eigendom weer terug aan ons... Lang heb ik moeten bezuinigen, maar • ok ben ik er door gekomen door u. Tilly; gij, mijn goede, lieve zuster, die, na den dood mijner vrouw hare plaats hebt ingenomen, gij, die mijn kleine Ruben en die lieve Mary hebt opgevoed, gij, die van elke huwelijksaanvraag hebt afgezien, om Te zware taak op u te nemen. Spreek me dus niet vin mijn goedheid, Tilly, als ge niet wilt dat ik Ie uwe herinner... » Half weenende, half lachende viel zij hem in de rede: « Genoeg, Jos, niet meer over dit kapittel, ge weet wel dat ik nooit zin in trouwen had. « Wat ik weet is, dat ge twee ongelukkigen fot wanhoop gebracht 1 ebt: Mr Cop en Mr. Püi. » Die twee 'namen liet hij vergezeld gaan van een hartelijken schaterlach waarmede .Tilly instemde. « Nu, nu, laat die twee verliefden rusten, moet gi daar nu weer over beginnen?... » Neen, Tilly, gij zijt begonnen!... « Zooals ge wilt, maar in afwachting zie ik dat ik niet genoeg suiker meer heb... Mary, kind, wilt ge eens met de gauwte naar het « Groot Maga-z’; I » loopen om een pond broodsuiker? » Zij was naar het venster gegaan om deze eenige woorden uit te loepen. Ziende dat haar nicht zich haastte, kiekens en konijnen te verlaten om haar te gehoorzamen, murmelde zij. « Zij laat zich niet bidden om naar Ruben te gaan, om dan met hem te kunnen terug komen, voor het middagmaal. Ik geloof dat zij voor de jongen een boontje over heeft. Gelooft gij dat ook met. Jce? » « Nu ge denkt toch zeker niet, Tilly, dat ik oogen heb om niet te zien? Ik ben niet blinder dan gij en merk zeer goed hoe het meisje naar mijn jongen teedere blikken w’erpt. ‘ Ongelukkig heeii het den schijn alsof hij dit niet ziet. » « Ruben, beste Jos, zal vandaag of morgen wel . een betere partij vinden dan Mary.' » « Ja, maar. lieve zuster, fortuin brengt altijd geen geluk. Een huwelijk met onze nicht zou ik wel goed keuren, het zou de jongen bij ons houden. » Terwijl Nonkel Jos en dezes zuster over Mary plannen maakten, had het meisje spoedig een weinig opschik gemaakt en liep haastig naar het magazijn. Nonkel Jos, zoowrel als Tilly, had klaar gezien in het hartje van Mary, alhoewel zij zelve niet goed begreep waarom zij zich tot Ruben voelde aangetrokkén. Hetgeen lang reeds niets anders dan kameraadschap was, was nu liefde geworden; maar hadde men haar uit woord genoemd, zij zou er voor geschrikt hebben. Mary was 17 jaar oud. Zij gedroeg zich als een zeer dankbaar meisje, daar men haar lieftallig op-genomen had, en dezelfde teederheid voor Ruben gevoelde zij ook voor Nonkel Jos en tante Tilly, zelfs voor de dieren wölke zij verzorgde, en te midden zij gelukkig leefde. Enkel gevoelde zij zich meer verheugd in de nabijheid van de jonge man te ziin. Wat was er meer natuurlijker? Was zij niet steeds zijn speelgenoote geweest? Maar waarom hield zij plots halt voor het Groote Magazijn? Waarom ging zij niet binnen? Waarom trok zij zich terug en verborg zich achter een portaal? Waarom plots voelde zij haar hart in nood, bij het zien eener jonge dame, welke zeer galant gekleed was? Omdat deze jonge dame, voor het comptoir, in den winkel, in gesprek was met Ruben, weliswaar er eenige aankopen deed, maar de jongen vriendelijk toelachte. Zij kende dit meisje zeer goed; het was Rosine Blaine, eene schoonheid van Ganzey, waarover zij dikwijls had hcoren sp:eken door tante Tilly... Wat wilde zij toch van Ruben? Voor de eerste maal voelde Mary jaloersch-heid in haar hart oowellen en voelde zij zich vernederd, bij het zicht der schoone kleeding van de * jonge dame en de hare welke zeer eenvoudig was. Het arme meisje begreep niet dat dit vriendelijk gesprek zuiver een « beroepsgesprek » en dat de lieftallige houding van Rosine alleen was om de oude Holbrook te verschalken. In waarheid, met Ruben in gesprek zijnde, wierp zij nu en dan verliefde blikken op een jonge man welke, op eenige passen van haar, het zeer druk scheen te hebben. Deze jonge man was niemand anders dan Lem Holbrook, de zoon van den eigenaar van het Groote Magazijn. Mary loosde een zucht van verlichting, wanneer zij zag dat Rosine naar buiten kwam en dat Ruben haar zelfs niet vergezelde. Alsdan trad zij de winkel binnen wftar haar jonge neef haar hartelijk verwelkomde. (Wordt voortgezet).
WANNEER GIJ HET WOORD
aan de deur van een Kinema
ziet staan, treedt dan binnen en gij zijt zeker een aangenaam = oogenblik door te brengen,
Abonneert u op «Kinema- en Tooneel-wereld». Fr. 15 per half jaar; Fr. 7.53 per drie maanden.
AAN DE KH. ADVERTEERDERS VAN WEEKBLADEN
Wenscht U een goeds publiciteit, plaatst dan uw aankondigingen In «Kinema- en Tooneel-wereld».
«Kinema- en Tooneelwereld» is het beste en meest gelezen weekblad van België.
«Kinema- en Tooreelwereld» is het officieel orgaan van het Nationaal Verbond der Vlaam-sche Tooneelmaatschappijen, waarbij bijna al de tooneelkringen van het Vlaamsche land zijn aangesloten. Het is alleen daardoor reeds het voornaamste familieweekblad van België.
Hflet een aankondiging van slechts enkele lijnen in «Kinema- en Tooneelwereld», bereikt men meer dan met hee'e pages in andere Yyg0k b laden
«KINEMA- EN TOONEELWERELD» WORDT DOOR KAAR AAN OEN AM EN INHOUD, van
artikels van de beste cn meest gekende schrijvers en letterkundigen van België, OVERAL GELEZEN.
Onze bureelen zijn open alle werkdagen, van 9 tot 1 en van 3 tot 7 uur. Korte Gasthuisstraat, 16, Antwerpen.
H AOKIN
86. rue d s Plan es, 86 — BRUSSEL (
Biedt aan:
Vijt buitengewoone avontuurlijke fiim - drama’s met
Ha KR Y Ca \u:y