Fragment uit: Hoe luidt de stilte? (Virginie Platteau)

Stilte als macht

Wie stilte wil, dringt anderen zijn eigen stilte op. Want om stilte te krijgen moet iedereen hetzelfde doen: luisteren. Jezelf toevertrouwen aan wat je hoort, aan wat er is. De neiging weerstaan om daar zelf iets aan toe te voegen.

We zijn stilte gaan associëren met onderdrukking. Op plekken waar stilte in acht wordt genomen, is er vaak een machtsverhouding. De school, het museum of het chique restaurant. Hoe stiller het is, des te strenger de juf, des te elitairder de kunst, des te duurder het eten.

Er is ook de smorende en verkillende stilte van het taboe, van monddood gemaakt te zijn. Onderdrukking, verzwijgen, geen stem geven, negeren en geheimhouden. Wie bepaalt wie spreekt en wie moet zwijgen? Wie luistert, en naar wie? Wie heeft de macht om een sound­scape te scheppen en ieders auditieve ervaring te bepalen? Denk aan kerkklokken, het schelle ratelen van de muezzin die oproept tot gebed, de schoolbel, het fluitsignaal in het leger of het enorme lawaai van industriële machines. Opmerkelijk is dat degenen die een klacht indienen bij de politie wegens geluidshinder, vaak te horen krijgen dat ze ‘een beetje toleranter moeten zijn’. De handhaving van geluidsreglementering laat nog vaak te wensen over.

Naast geluidsoverlast is er ook de toxische opgelegde stilte waarin misbruik en onrecht gedijt. Wie geen stem heeft, wordt niet gehoord. Wie die wél heeft, maar bewust zwijgt, draagt bij aan het onrecht. Stilte als medeplichtigheid speelde een grote rol in de Black Lives Matter-protesten. Is white silence = violence? Het vergt vaak een ongelooflijke moed om op te staan en zich uit te spreken, de stilte te doorbreken. Dat geldt voor slachtoffers van eender welk misbruik. Your silence will not protect you, dat wist activiste en auteur Audre Lorde maar al te goed.

Vaak wordt de vraag gesteld: waarom spreek je nu pas, hield je het zo lang stil? De schok, de angst voor wraak, het trauma zorgen in de eerste plaats voor verstomming. Wie slachtoffer is, voelt zich in eerste instantie machteloos en zwijgt in schaamte, beroofd van eigen spreekruimte. Vaak is er ook chantage opdat het slachtoffer – vooral bij seksueel misbruik en verkrachting – zal blijven zwijgen. Voorbeelden hiervan zijn helaas talloos.

Opmerkelijk is dat ook in de antieke mythes verkrachting met opgelegd zwijgen en stomheid gepaard gaat. Denk aan het droeve lot van Philomela. Zij werd verkracht door haar schoonbroer Tereus, die haar de tong afsneed opdat ze hem niet zou verraden. Om haar van moord te redden, veranderen de goden haar in een zwaluw, die niet kan zingen, terwijl haar zus Procne een nachtegaal wordt die met melancholische zang het lot van Philomela bezingt.

Als je wilt dat er iets verandert, is zwijgen geen optie. De verdrukkende stilte doorbreken is nodig, ook omdat je weigert gedefinieerd te worden door andermans taal. Het opgelegde zwijgen werd van oudsher afgedaan als ‘luisteren’, in de betekenis van gehoorzamen. Het werd van vrouwen, kinderen en ondergeschikten in het algemeen afgedwongen. Ze kregen niet de toestemming om inbreng te hebben, alleen om uit te voeren. Sois belle et tais-toi. Zwijgen en luisteren.

Maar ook spreken kan een vorm van luisteren inhouden. Als een manier om ruimte te geven, om minder gehoorde stemmen meer weerklank te geven. De vaak overspannen reacties op wat tegenwoordig woke wordt genoemd (een dubieuze term die al onrechtmatig geclaimd en toegewezen werd en vol tegenstrijdigheden zit) komen vooral van een meerderheid die nooit beknot is geweest in spreekrecht of vrijheid van meningsuiting. De verontwaardiging dat je ‘tegenwoordig niets meer mag zeggen’ gaat uit van de vrije spreekruimte als een begrensd veld waarin net als in de neoliberale economie schaarste de waarde bepaalt. Maar de minderheden die recent en luider het woord nemen, duwen de mainstream daarom niet noodzakelijk in de rol van zwijgende gehoorzaamheid (die ze zelf zo lang opgelegd kregen). Wie ook wil spreken, legt diegene die dat daarvoor altijd vanzelfsprekend gedaan heeft, niet noodzakelijk het zwijgen op.

Cancel culture is een extreme en weinig zinvolle maar in zeker zin wel te begrijpen reactie; de slinger die terugslaat. De ‘nieuwe’ stem is een weerwoord, een stem die er altijd al was maar nooit spreekruimte kreeg en die nu opklinkt en antwoordt, die tegenspreekt en aangeeft dat het spectrum veel breder is. Dat er nagalm is en echo-effect, dat er resonantie kan zijn of botsing van klanken. Dat de tussenliggende stilte niet alleen stille aanvaarding en absorptie is, maar ook de tussenruimte waar ontmoeting en uitwisseling kan plaatsvinden. Als er maar geluisterd wordt.

Het machteloze of veelzeggende zwijgen als vorm van verzet kan ook indrukwekkend zijn. Greta Thunberg startte in 2018 een mondiale klimaatbeweging in stilte zittend met haar demonstratiebord bij het Zweedse parlement. In 2013 protesteerde eerst één, en al gauw honderden zwijgende mensen tegen het bewind van president Erdoğan op het Taksimplein in Istanboel. Hun stille onafgebroken aanwezigheid maakte de ordediensten erg ongemakkelijk en wist heel wat bijval op te wekken, ook in de internationale pers. Net als het krachtige statement van de Amerikaanse tiener Emma Gonzalez die bij wijze van speech een stilte van zes minuten en twintig seconden hield, ter nagedachtenis van en als protest tegen de schietpartij op haar school, de Marjory Stoneman Douglas High School (Florida), die net zo lang had geduurd.

Stilte heeft een anarchistisch kantje en kan ook een vorm zijn van disruptie, van burgerlijke ongehoorzaamheid en onverzettelijkheid. Of van zelfbescherming, zwijgrecht opdat je woorden niet tegen jou gebruikt worden. You have the right to remain silent, zoals de toevoeging bij het vijfde amendement in de Amerikaanse grondwet bij een arrestatie klinkt, wat we vooral kennen uit films.

Stilte wordt door veel mensen als een bedreiging van hun persoonlijke expressie gezien. Laat de vrijheid luidkeels klinken! Overal moet je mogen zeggen wat je denkt, hard met je brommer optrekken, jouw muziek laten klinken, ook ten koste van de buren. Je mening geven, het desnoods uitschreeuwen boven anderen uit. Het domein van de stilte is in de openbare ruimte nauwelijks verdedigbaar. Wie stilte wil, moet erom vragen. En juist dat vragen is op zich al een inbreuk; op de stilte en op de ‘vrijheid’. We zijn eraan gewend dat geluid de basis is van onze dagelijkse soundscape, veeleer dan het blanco canvas van de stilte.

We worden tegenwoordig heel snel ongemakkelijk van lege plekken. Mind the gap is zo’n obsessie geworden dat we lege ruimte of ijdele momenten niet meer durven toe te laten. Dat alles gebeurt onder het motto van efficiëntie en productiviteit, opbrengst en controle. Terwijl we niet zien hoezeer de monotonie van voortdurende activiteit en prikkels ons afmat, vervlakt, onverschillig maakt en uitput.

In de stilte ligt een grote vrijheid verscholen. De vrijheid van het naar binnen keren in de innerlijke wereld. Daar het verlangen, de herinneringen en de verbeelding ontdekken, waar ze vrij spel hebben. Stilte is een moment van verticale tijd. Even stilstaan doorbreekt onze lineaire voortstuwing, altijd maar door en verder.

In Japan maakt stilte deel uit van de conversatie. Het is een teken van respect voor je gesprekspartner. Een stilte in het gesprek betekent dat je de net gezegde woorden tot je door laat dringen en met tijd en aandacht aanwezig bent. Ook Finnen kunnen makkelijk naast elkaar zitten zwijgen, in de sauna bijvoorbeeld, zonder dat het ongemakkelijk wordt. Het aanvoelen van de stilte van de ander wordt ervaren als een manier om iemand te leren kennen, evenwaardig aan wat in woorden wordt uitgewisseld. In China schijnen mensen bewust ruimte open te laten in de agenda, of met opzet te vroeg op een afspraak te komen, om dan ‘rustig te kunnen wachten’. Stille, open tijd laten wordt gezien als een vorm van bescheidenheid en respect.

Meer lezen? Bestel nu