Fragment uit: Iris Murdoch (Katrien Schaubroeck)

Het persoonlijke is politiek

In 2019 zou Murdoch honderd jaar geworden zijn. In 2020 is de publicatie van De soevereiniteit van het goede een halve eeuw oud. Murdochs jongvolwassen leven werd getekend door de Tweede Wereldoorlog. Ze werd geboren en stierf in de twintigste eeuw. Hoeveel van haar inzichten blijven overeind anno 2020?

Belangrijk is of haar inzichten overeind blijven in om het even welke maatschappelijke constellatie. Want zoals reeds aangegeven, valt op dat Murdoch vooral geïnteresseerd is in het individuele bestaan, en hoe je dat moet leiden. Politieke vragen spreken haar veel minder aan. Daarin verschilt ze fundamenteel van bijvoorbeeld Hannah Arendt, een tijdgenote van haar.

De filosofie van Arendt wint de laatste jaren enorm aan populariteit. Dat is ongetwijfeld (deels) te danken aan de actualiteit van haar politieke analyses. Maar ik meen dat je uit Murdochs gebrek aan belangstelling voor politieke filosofie ook iets kunt leren over hoe om te gaan met de politieke uitdagingen van deze tijd. De benadering van politieke problemen als morele vragen behoedt ons voor cynisme, voor getheoretiseer en vluchtgedrag. Op kleine schaal en in haar persoonlijk leven nam Murdoch wel degelijk politieke standpunten in, maar ze had enkel haar opvattingen over het goede leven nodig om die te verdedigen.

Sommige kenners van Murdochs werk, zoals Martha Nussbaum, vinden het jammer dat Murdoch het politieke domein steeds gemeden heeft. In haar jeugd was ze lid van de Communistische Partij. Tussen 1944 en 1946 hielp ze oorlogsvluchtelingen als vrijwilliger. Maar dat werd nooit het onderwerp van haar filosofie.

Nog een mooi voorbeeld van haar afkeer voor politieke stellingnames is haar benoeming tot Dame of the British Empire in 1987. John Bayley beschrijft in zijn memoires hoe vrienden het onbegrijpelijk vonden dat Iris, als voormalige communiste, die titel kon aanvaarden. Volgens Bayley deed ze het om haar moeder te plezieren. Er is een mooie foto van Murdoch met haar moeder aan haar zijde op de ceremonie. Zeker is in elk geval dat ze de titel nooit gebruikt heeft.

Ik denk dat Murdoch zich niet graag in een hoek liet wegduwen. Ze was geen royalist, maar ook geen anti-royalist. Verderop in zijn memoires beschrijft Bayley dat een buurman erg verwonderd was, toen hij zag hoe boos en verdrietig Murdoch was omdat hij een haar dierbare vos had gedood. Ze had zich namelijk nooit tegen de vossenjacht uitgesproken (evenmin ervoor, overigens). Maar ze hield van dieren, en had de gave er een persoonlijke band mee op te bouwen. In haast al haar romans figureert een hond. En hoewel haar daden een sterke, ambitieuze en onconventionele vrouw laten zien, heeft ze nooit openlijk het feminisme gesteund.

Murdoch verzette zich niet tegen activisme en sprak zich niet uit tegen feminisme, marxisme of dierenrechtenbewegingen. Maar ze negeerde het. In tegenstelling tot Nussbaum begrijpt Marije Altorf, ook een feministische filosofe, die keuze van Murdoch wel.

Altorf heeft geschreven over hoe het in de tweede helft van de twintigste eeuw was om een vrouw te zijn in de filosofie. Murdoch was lid van een beroemd clubje vrouwelijke filosofen. (Sommigen noemen het zelfs de enige vrouwelijke school die de filosofie gekend heeft.)

Het was een groep gevormd in Oxford tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Vier filosofes maakten er deel van uit: Iris Murdoch, Elizabeth Anscombe, Philippa Foot en Mary Midgley. Ze begonnen alle vier met hun studie in 1938. Hun hele leven bleven ze bevriend en lazen ze elkaars werk. Het moet een bijzondere tijd geweest zijn voor vrouwen aan de Universiteit van Oxford. Pas in 1920 had deze haar deuren opengezet voor vrouwelijke studenten. Tijdens de oorlogsjaren werden alle mannen ouder dan negentien verplicht om dienst te nemen in het leger. Volgens Mary Midgley (de langst levende van de vier, ze stierf in 2018) maakte de ­quasi-afwezigheid van mannen in Oxford de golden age of female philosophy mogelijk.

De stijl van filosoferen veranderde, gaf ze zelfs als verklaring. Er loopt momenteel een onderzoeksproject aan de Universiteit van Durham genaamd Women in parenthesis (Vrouwen tussen haakjes). De projectleiders Rachael Wise­man en Clare Mac Cumhaill willen die unieke naoorlogse generatie vrouwelijke filosofen uit Oxford zichtbaar maken. Maar daarnaast willen ze ook lessen trekken uit die periode en strategieën bedenken die tot een permanente gendergelijkheid in de filosofie kunnen leiden. Ze doen dat onder andere met leesgroepen en satelliet-boekenclubs die tot in de Lage Landen reiken.

Geen van de vier filosofes was actief in de feministische filosofie. Ze bogen zich over aloude filosofische kernvragen uit de ethiek en de wijsgerige psychologie. Toch zijn Anscombe, Foot, Murdoch en Midgley een voorbeeld voor vele vrouwen in de hedendaagse analytische wijsbegeerte. Zij brachten de feministische gedachte dat vrouwen evengoed aan filosofie kunnen doen als mannen in de praktijk, tijdelijk ongehinderd door de concurrentie van mannelijke leeftijdsgenoten. Misschien hadden ze daarom ook geen boodschap aan feministische theorie.

Volgens Altorf is er nog een tweede reden waarom Murdoch zich nooit als feministe heeft geuit. Murdoch vermeed angstvallig elke categorisering. Zeker de binaire categorieën van man versus vrouw. Ze had romantische relaties met zowel mannen als vrouwen. Ze was geïnteresseerd in de gedachten van zowel mannen als vrouwen. Ook wilde ze zelf in de eerste plaats als mens gewaardeerd worden. Niet als man of als vrouw. In haar eigen woorden: ‘Ik wil deel worden van het menselijke ras, niet een nieuw separatisme uitvinden.’

Er is volgens mij nog een derde verklaring voor Murdochs onverschilligheid ten aanzien van het feminisme. Voor Murdoch is morele vooruitgang een kwestie van zelfverbetering, van het goede voorbeeld geven, en zo onrechtstreeks de wereld te veranderen. Ze geeft geen activistische maar eerder een spirituele invulling aan de ethiek. Dat past goed bij haar filosofie van de liefde als een individuele attitude. De wereld met liefdevolle aandacht bejegenen is een opdracht voor iedereen. Ook in je hoedanigheid als burger, politieke opponent, concurrent en tegenstrever. En zodoende biedt haar filosofie ook een houvast voor hoe je met politieke uitdagingen kunt omgaan.

Meer lezen? Bestel nu