Fragment uit: Wat is sexy? (Hans Maes)

Inleiding

Cafeïne maakt je sexy! Deze absurde slogan las ik onlangs op het raam van een populaire Brusselse koffiezaak. De gedurfde roze letters gaven aan dat ze zich voornamelijk richtten op vrouwelijke klanten. Het is een van de meest belachelijke voorbeelden van iets wat vandaag de dag heel gewoon en tegelijk zorgwekkend is. Namelijk de constante oproep om er hot uit te zien. Het is een oproep die vaak meer aanvoelt als een eis. Zeker voor meisjes en vrouwen. Zo vind je op de website van het The Every­day Sexism Project honderden getuigenissen als deze:

‘Ik ben vijftien en ik heb het gevoel dat meisjes van mijn leeftijd onder grote druk staan… Ik weet dat ik slim ben, ik weet dat ik vriendelijk en grappig ben… iedereen om me heen zegt me steeds dat ik later kan worden wat ik wil. Ik weet dat allemaal wel, maar ik voel me gewoon niet zo. Ik heb altijd het gevoel dat als ik er niet op een bepaalde manier uitzie, als jongens niet denken dat ik ‘sexy’ of ‘hot’ ben, dat ik dan heb gefaald.’

Dat hier iets fout loopt, is zo klaar als een klontje. Maar hoe kun je dit, vanuit filosofisch en feministisch oogpunt, het beste duiden? In een recent essay over ‘seksobjecten en sexy subjecten’ onderzoeken de Amerikaanse filosofen Sheila Lintott en Sherri Irvin deze kwestie. Ze verdedigen wat zij noemen een ‘feministische terugvordering’ van sexiness.

Volgens Lintott en Irvin zijn er twee problemen met sexiness. Het eerste probleem is dat de vrouw zelf geen controle heeft over de invulling van wat sexy is, en wat niet. De criteria worden haar van buitenaf opgelegd. Als een vrouw sexy wil zijn, dan moet ze voldoen aan de normen die door mannen werden opgesteld. Gail ­Dines, een Britse sociologe die beroemd werd met haar kritiek op de porno-industrie, omschreef het zo: ‘wat zij wil en waar zij van geniet, wordt bepaald door wat hij wil en waar hij van geniet’.

Sexiness is dus niet iets wat een vrouw voor zichzelf kan veiligstellen. Het tweede probleem, volgens Lintott en Irvin, is dat onze huidige opvatting van sexiness veel te eng is. De maatstaven waaraan je moet beantwoorden blijken voor heel veel vrouwen nagenoeg onhaalbaar. Ze worden ervaren als een verstikkend keurslijf. De metafoor is hier goed op zijn plaats. Vrouwen met overgewicht, vijftigplussers, of vrouwen met een ernstige handicap, voelen dat meer dan wie ook. Het zijn zij die systematisch uit de boot vallen en tekortschieten volgens de huidige standaarden van sexiness.

Wat zijn die standaarden precies? De twee Amerikaanse denkers behandelen die vraag nooit in detail. Mogelijk omdat ze aannemen dat iedereen ze kent. De Amerikaanse stand-upcomedian Tina Fey maakte een half grappige, half ernstige opmerking die dat bekende beeld goed in de verf zet:

‘Tegenwoordig wordt van elk meisje verwacht dat ze blauwe ogen heeft, volle Spaanse lippen, een voorbeeldig wipneusje, een onbehaarde Aziatische huid (die Californisch gebruind is), een Jamaicaanse dancehall-kont, lange Zweedse benen, kleine Japanse voeten, de buikspieren van een lesbische sportschool­eigenaar, de heupen van een negenjarige jongen, de armen van Michelle Obama en poppentietjes.’

Deze korte samenvatting belicht niet alleen hoe onmogelijk de standaarden van sexiness kunnen zijn. Het onderstreept ook dat de nadruk uitsluitend op lichaamskenmerken ligt. Ons huidige idee van sexiness, zo stellen Lintott en Irvin, gaat helemaal voorbij aan de autonomie, de subjectiviteit, en het handelingsvermogen van de persoon die als sexy (of niet) wordt beoordeeld. Iemand sexy noemen is dus eigenlijk een manier om die persoon te objectiveren. Je herleidt haar (of hem) tot een ‘lekker ding’.

Meer lezen? Bestel nu